Zes EU-landen hebben minder dan een lader per 100 km
Slechts 1 op de 7 laders is een snellader
Niet enkel zijn er onvoldoende elektrische laadpalen langs wegennetwerken in de meeste EU-landen, ook is de meerderheid van de laders niet snel genoeg volgens de European Automobile Manufacturers' Association (ACEA). ACEA hoopt daarmee beleidsmakers bewust te maken van het probleem dat het potentieel heeft om de elektrificatie van het Europese wagenpark te vertragen.

Zes EU-landen slagen er niet in om een laadpunt per 100 km weg aan te bieden. Zeventien landen hebben er minder dan vijf. Slechts vijf landen bezitten meer dan tien laders per 100 km. Het probleem gaat echter nog verder dan dat: met een groot gat tussen de landen met het meeste en die met het minste laders per 100 km. Zo heeft Nederland bijvoorbeeld een lader per anderhalve kilometer; Polen, meer dan achtmaal groter, heeft er slechts een per 150 km.
Ook de laadsnelheid is een groot gebrek over het gehele continent. Snelladers (met een capaciteit groter dan 22 kW) maken slechts een fractie uit van alle laders. Slechts een op de zeven laders is een snellader, de rest hebben een capaciteit van 22 kW of lager en laden dus niet aan een acceptabele snelheid.
Om CO2-doelen te kunnen halen, moet de verkoop van elektrische wagens een pak hoger komen te liggen. "Als we burgers willen overtuigen van e-mobiliteit het komende decennium, moet laden even gemakkelijk worden als tanken", zei ACEA directeur-generaal Sigrid de Vries. "Automobilisten zouden geen kilometers moeten afleggen om een lader te vinden, noch uren moeten wachten om hem te gebruiken."
"We roepen staatshoofden op om met resolute actie het laadprobleem aan te pakken. Ambitieuze infrastructuurdoelen en duidelijke handhaving voor iedere deelstaat zouden hierbij moeten helpen", spoort De Vries aan.
